Wanneer een persoon van buiten de EU/EER/Zwitserland – derdelander – voor langere tijd in Nederland wil verblijven, moet in vrijwel alle gevallen een verblijfsvergunning worden aangevraagd bij de IND. Voor veel verblijfsdoelen is het noodzakelijk dat een persoon of organisatie zich als – al dan niet erkend – referent registreert, de zogenaamde verblijfsgever. In de vierde blog uit de reeks geschreven door Miriam en David gaan zij dieper in op de positie van de referent, de gevolgen die deze kan hebben voor de arbeidsrelatie en het verschil tussen de referent en de erkend referent.
Vorige week hebben wij in ons blog een aantal voorbeelden genoemd van verblijfsdoelen waarvoor een referent vereist is. Deze week gaan wij dieper in op de positie van de referent en de gevolgen die deze kan hebben voor de arbeidsrelatie.
Allereerst wordt er onderscheid gemaakt tussen twee soorten referenten: de referent en de erkend referent. Beide referenten treden op als verblijfsgever, hebben belang bij de komst van de derdelander en moeten zich aan een aantal plichten houden. De verschillen tussen beide referenten zullen wij hieronder nader toelichten.
Referent
Zowel een persoon als organisatie kan optreden als referent. De situatie kan zich hierdoor voordoen dat een (toekomstige) werknemer afhankelijk is van een referent anders dan de werkgever. Voor de werkgever brengt dit een aantal onzekerheden met zich mee. Verandert er bijvoorbeeld iets in de situatie van de referent van de werknemer, of in de relatie tussen de referent en de werknemer, dan kan dit gevolgen hebben voor het verblijfsrecht van de werknemer. Wanneer de werknemer dit niet meldt aan de werkgever dan kan de werkgever in het ergste geval aansprakelijk worden gesteld voor illegale tewerkstelling. Het is goed hier op voorhand aandacht aan te besteden in de arbeidsovereenkomsten door middel van vreemdelingrechtelijke bepalingen en de werknemer te wijzen op zijn of haar rol en verantwoordelijkheden ten aanzien van de verblijfspositie. Onze collega’s van de sectie arbeidsrecht ondersteunen hierbij graag.
Ook wanneer de werkgever wel optreedt als referent, zal de werkgever zich bewust moeten zijn van de daaraan verbonden voorwaarden. De referent heeft immers een administratieplicht en informatieplicht. Voor erkend referenten komt hier nog de zorgplicht bij. Deze zogenaamde MoMi-plichten worden in een ander blog nader toegelicht.
Er zijn een aantal verblijfsvergunningen die door de werkgever kunnen worden aangevraagd. Dit zijn:
Tewerkstellingsvergunning (TWV) en gecombineerde vergunning voor verblijf en arbeid (GVVA);
Lerend werken of seizoensarbeid;
Reguliere arbeid in loondienst;
Regeling internationaal handelsverkeer;
Overplaatsing binnen een onderneming (Richtlijn Intra Corporate Transferees 2014/66/EU);
Essentieel start-up personeel;
Europese blauwe kaart;
Kennismigrant, (gast)docent en arts in opleiding; en
Onderzoeker in de zin van richtlijn (EU) 2016/801.
Voor de twee laatstgenoemde verblijfsdoelen is erkenning als referent verplicht.
De werkgever kan ook een verblijfsvergunning aanvragen voor de gezinsleden van de werknemer. Echter, in dat geval treedt de werknemer op als referent en de werkgever als gemachtigde van de referent. Er geldt dus geen administratieplicht en/of informatieplicht ten opzichte van de gezinsleden voor de werkgever, de verantwoordelijkheid voor het naleven van deze plichten ligt bij de werknemer.
Elk verblijfsdoel kent eigen specifieke voorwaarden. Wel zijn er een aantal voorwaarden waar iedere derdelander met één van bovengenoemde verblijfsdoelen aan dient te voldoen. De referent is mede verantwoordelijk voor het naleven van deze voorwaarden:
De vreemdeling beschikt over een geldig paspoort;
De vreemdeling vormt geen gevaar voor de nationale veiligheid of openbare orde;
De vreemdeling sluit binnen 4 maanden na aankomst in Nederland een Nederlandse zorgverzekering af;
De vreemdeling ondergaat een TBC onderzoek, tenzij hij hier voor vrijgesteld is;
De vreemdeling registreert zich in de BRP.
De werkgever blijft referent van de vreemdeling totdat het referentschap wordt beëindigd. Dit kan onder de volgende voorwaarden:
de werknemer is niet langer werkzaam bij de werkgever en laatstgenoemde heeft dit bij de IND gemeld;
de werknemer heeft Nederland verlaten en dit is door de werkgever bij de IND gemeld;
de verblijfsvergunning is ingetrokken;
de werknemer heeft een verblijfsvergunning gekregen voor onbepaalde tijd, of voor een ander doel waarvoor de werkgever niet als referent optreedt;
de werkgever mag niet langer als (erkend) referent optreden;
Naast de werkgever heeft ook de werknemer een aantal plichten. Zo dient hij te voldoen aan de informatieplicht en belangrijke wijzigingen ten aanzien van zijn verblijfsrecht aan de IND te melden.
Erkend referent
De voorwaarden die gelden voor de erkend referent zijn vrijwel identiek als die van een werkgever die optreedt als een ‘reguliere’ referent. Toch zijn er een aantal verschillen te benoemen.
Zoals eerder in dit blog al aangegeven zijn er een aantal verblijfsdoelen waarbij het verplicht is erkenning als referent te verkrijgen. Het betreft hier de verblijfsdoelen kennismigrant, (gast)docent, arts in opleiding, Onderzoeker in de zin van richtlijn (EU) 2016/801. De erkenning als referent brengt daarnaast ook met zich mee dat de referent naast de administratie- en informatieplicht ook aan de voorwaarden van de zorgplicht dient te voldoen.
Naast deze extra verplichtingen zorgt erkenning als referent ook voor een aantal voordelen:
de IND hanteert een streeftermijn van 2 weken voor het nemen van een besluit – bij TWV of GVVA is dit 7 weken;
de erkend referent hoeft minder bewijsstukken te overleggen bij de aanvraag;
de erkend referent beschikt over een vast aanspreekpunt bij de IND.
Hoe een organisatie in aanmerking komt voor erkenning als referent, aan welke voorwaarden hij moet voldoen en welke aandachtspunten er zijn, bespreken wij volgende week in ons blog.
Meer weten over dit onderwerp? Neem dan even contact op met David Wernsing. Hij helpt je graag verder!