Boeteoplegging wegens overtreding

Boeteoplegging wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen aan een natuurlijk persoon na beëindiging eenmanszaak ook mogelijk

mr. D. (Drenusha) Hoxhaon

Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 2 maart 2022, ECLI:NL:RVS:2022:619

Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning of zonder dat een vreemdeling in het bezit is van een gecombineerde vergunning voor werkzaamheden bij die werkgever. Dit is de hoofdregel van de Wet arbeid vreemdelingen, de meest relevante wet bij het tewerkstellen van niet EU / EER / Zwitsers. Indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van een verblijfsvergunning - meestal als kennismigrant – dan wordt teruggevallen op deze hoofdregel.

Bij overtreding hiervan – geconstateerd door de Nederlandse Arbeidsinspectie (voorheen: de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid) – kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid  besluiten over te gaan tot oplegging van een sanctie, waaronder een bestuurlijke boete van € 8.000,00 per vreemdeling per entiteit. Op 2 maart jl. heeft onze hoogste bestuursrechter, de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna te noemen: ‘de Afdeling’), geoordeeld dat een boete ook opgelegd kan worden aan een natuurlijk persoon waarvan de eenmanszaak niet meer ingeschreven staat in het handelsregister. Voor de boeteoplegging is de datum van de overtreding relevant. In dat kader geeft de Afdeling het volgende aan in overweging 5.1:

‘5.1. De Afdeling stelt voorop dat gelet op haar uitspraak van 7 april 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM0220, onder 2.4, de datum van de overtreding bepalend is voor het antwoord op de vraag aan wie de boete kan worden opgelegd en niet de datum van de boetebeschikking. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, blijkt uit een bij het boeterapport gevoegd uittreksel uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel dat [bedrijf] op 28 juni 2018 is overgedragen aan [appellante sub 2]. [bedrijf] stond dus ten tijde van de overtredingen in de periode van 1 januari 2018 tot 28 juni 2018 als eenmanszaak in het handelsregister ingeschreven. De rechtbank heeft dan ook terecht geoordeeld dat [appellante sub 1] als eigenaresse van [bedrijf], ondanks de latere inbreng in [appellante sub 2], aansprakelijk is voor de verplichtingen en schulden van [bedrijf] in de genoemde periode, waaronder de aan haar opgelegde boete wegens overtreding van de Wav. (…)’

Het betreffend bedrijf, de eenmanszaak, is met ingang van 28 juni 2018 overgedragen aan een natuurlijk persoon, waardoor de onderneming niet meer bestond. In de periode van 1 januari 2018 tot 28 juni 2018 stond het betreffend bedrijf in het handelsregister ingeschreven. In die periode waren drie vreemdelingen, allen met de Russische nationaliteit, als kennismigrant in dienst bij het bedrijf. De arbeidsinspecteur van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 2019 geconstateerd dat in de genoemde periode het bruto maandloon, dat over een periode van ten hoogste een maand bijgeschreven dient te zijn op de persoonlijke bankrekening van de kennismigranten, niet maandelijks werd overgemaakt op de rekening van de kennismigranten, waardoor niet werd voldaan aan de voorwaarden van de kennismigrantenregeling. Hierdoor herleeft zoals gezegd de hoofdregel van de Wet arbeid vreemdelingen, namelijk dat het een werkgever verboden is een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning of zonder dat een vreemdeling in het bezit is van een gecombineerde vergunning voor werkzaamheden bij die werkgever. Die was er uiteraard niet, omdat er sprake was van een kennismigrantenverblijfsvergunning. Zodoende werd er een bestuurlijke boete opgelegd aan voormalige eigenaar van de eenmanszaak wegens overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen.

Kortom, een voormalig eigenaar van een eenmanszaak, die niet meer ingeschreven staat in het handelsregister, kan als natuurlijk persoon alsnog worden beboet indien een overtreding op grond van de Wet arbeid vreemdelingen wordt geconstateerd. De natuurlijke persoon blijft alsnog aansprakelijk voor de verplichtingen en schulden van de eenmanszaak ten tijde van de inschrijving in het handelsregister! Het is dus van belang dat er altijd wordt voldaan aan de voorwaarden die gelden voor kennismigranten om problemen in de toekomst te voorkomen. Aan welke voorwaarden een kennismigrant precies moet voldoen, hebben mijn kantoorgenoten David Wernsing en Miriam Berendes-Currey reeds uitgebreid toegelicht in een tweetal blogs, namelijk ‘Wanneer is iemand een kennismigrant?’ en ‘Alles over het looncriterium voor de kennismigrant’.

Vragen over dit onderwerp? Drenusha Hoxha helpt je graag verder!

Cookie policy

Our site uses cookies to improve the website experience. By using our website, you agree to our use of cookies. Click here for more information.

Accept all & close