Een vreemdeling heeft de mogelijkheid om een aanvraag voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning (regulier bepaalde tijd) in te dienen vanaf drie maanden voor afloop van de verblijfsvergunning. De verlengingsaanvraag is tijdig ingediend, indien deze is ontvangen uiterlijk op de dag voorafgaand aan de datum waarop de geldigheidsduur verstrijkt. Is dat niet het geval, dan kan er een zogenoemd ‘verblijfsgat’ ontstaan, tenzij de termijnoverschrijding de vreemdeling niet kan worden toegerekend.
Een verblijfsgat ontstaat als de nieuwe ingangsdatum van een (verlengde) verblijfsvergunning niet aansluit op de laatste datum voor afloop van de verblijfsvergunning en onderbreekt het rechtmatig verblijf. Aan de periode waarin de vreemdeling geen verblijfsrecht had, kunnen geen rechten worden ontleend, met als gevolg dat de vreemdeling weer opnieuw moet beginnen aan de vijf-jarentermijn om bijvoorbeeld in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning als EU-langdurig ingezetene, dan wel het verkrijgen van het Nederlanderschap. Dit wordt vaak als onrechtvaardig of onevenredig ervaren, omdat er in de praktijk van een te laat ingediende verlengingsaanvraag nog steeds wordt voldaan aan de beperking van de verblijfsvergunning.
Op 8 april 2022 heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (‘IND’) een informatiebericht openbaar gemaakt over de werkwijze omtrent verblijfsgaten die zijn ontstaan door het indienen van niet tijdige verleningsaanvragen regulier bepaalde tijd en sterker verblijf. De IND heeft gekeken hoe de verblijfsgatenproblematiek binnen de huidige wet- en regelgeving en het beleid kan worden opgelost met oog voor de menselijke maat. De IND lijkt coulanter om te gaan met te laat ingediende verlengingsaanvragen. De nieuwe werkwijze van de IND is namelijk als volgt:
Als de verlengingsaanvraag is ingediend binnen vier weken na afloop van de laatste vergunning neemt de IND zonder navraag te doen aan dat de termijnoverschrijding de vreemdeling niet kan worden aangerekend;
Bij te laat ingediende verlengingsaanvragen die de termijn van vier weken overschrijden, vindt een individuele toets plaats op verschoonbaarheid;
De verblijfsvergunning wordt in beginsel aansluitend aan de oude verblijfsvergunning verlengd, ook al wordt het bewijs dat voldaan wordt aan de voorwaarden later - maar binnen vier weken na het bieden van herstel verzuim - aangeleverd;
De tekst in de herinneringsbrief, die drie maanden voor het einde van de vergunning wordt verstuurd, wordt aangepast waarbij wordt gewezen op het belang van een tijdige indiening.
Hiermee heeft er een beleidswijziging plaatsgevonden. Deze is per 30 juni 2022 in de Vreemdelingencirculaire 2000 (‘Vc’) opgenomen, namelijk in paragraaf B1/6.1 Vc. Het is dus relevant om te toetsen of de IND het eigen beleid juist heeft toegepast bij te laat ingediende verleningsaanvragen. Zo niet, dan kan er een beroep worden gedaan op dit gunstigere beleid.
Vragen over dit onderwerp? Drenusha Hoxha helpt je graag verder!